Slimme stad, betrokken burgers

Slimme stad, betrokken burgers

Schematische illustratie met twee cirkels die de woorden 'Individual', 'Collective' en 'Institutions' met elkaar verbind

Moderne technologie levert niet alleen een schat aan informatie op, maar creëert ook betrokken burgers. Het Smart City-mes snijdt aan twee kanten, ontdekten ze in Zwolle.

Daar zat hij dan, om half een ’s nachts, gebiologeerd naar een plotseling uitdijend bolletje op zijn beeldscherm te kijken, terwijl buiten het vuurwerk pas echt in volle hevigheid losbarstte. Hij had er zelf zijn vinger voor opgestoken; hij wilde wel een sensor in huis die tijdens de nieuwjaarsnacht de hoeveelheid fijnstof in de buitenlucht in kaart bracht. Zou zo’n technologisch snufje, zo vroeg hij zich af, ook de inwoners van Stadshagen bekoren?

Ja, dat doet het, weet Marcel Broekhaar drie jaar later. De Zwolse programmamanager slimme samenleving is een hoop wijzer geworden van het project SensHagen , waarin de gemeente samen met wijkbewoners onderzoek doet naar de impact van klimaatveranderingen op het laagstgelegen gebied in deze waterrijke regio.

Er wonen 25.000 mensen in nieuwbouwwijk Stadshagen aan de noordkant van Zwolle, en nergens anders in de stad leeft zoveel zorg over mogelijke wateroverlast. Voor de gemeente reden om de mogelijke gevolgen van klimaatverandering hier goed in kaart te brengen. Dat gebeurt met speciale sensoren, die als een soort net over de wijk zijn gedrapeerd. Of eigenlijk twee netten: het ene bevat weerstations van het KNMI, het andere, van het RIVM, meet de luchtkwaliteit.

Zwolle is enthousiast over burgerparticipatie

Op dit moment zijn er genoeg data om een eerste grondige analyse gaan doen. Voor conclusies is het nu nog net te vroeg. Althans: waar het over het klimaat gaat. Want SensHagen heeft Zwolle wel degelijk belangrijke lessen geleerd. Namelijk dat burgers graag meedoen aan dit soort projecten. Marcel Broekhaar: ‘De gemeenteraad is zo onder de indruk, dat ze dit ook in de rest van Zwolle wil zien. We werken daar nu een plan voor uit.’

De programmamanager deelde deze uitkomst op 23 september 2021 in het online practicum Smart City (bekijk hier de complete opname). Dat is op touw gezet door de Stadsbeweging, een programma dat de provincie Overijssel inzet voor vitale stads- en dorpskernen. Eerder belegde de Stadsbeweging al Smart City-sessies over technologie met oog voor de menselijke maat, over regelgeving, over ethiek en eigenaarschap en over het monitoren van passantenstromen. De Stadsbeweging onderzoekt nog of er een zesde sessie komt. Wie tips of wensen heeft, mag zich melden.

Het project in Stadshagen heeft bewust aangestuurd op participatie van wijkbewoners. Zij konden een sensor adopteren en de data bekijken op een interactief platform. Op de basisschool kregen kinderen les over klimaatadaptatie in slimme steden – uiteraard in de hoop dat zij hun ouders zo ver zouden krijgen om hun tuin tegelvrij te maken of een regenton neer te zetten. Er komt elke maand een nieuwsbrief uit. En een stel enthousiaste techneuten uit de wijk kreeg hulp bij het ontwikkelen van een ‘nattevoetensensor’, die meet waar het meeste water blijft staan, en hoe lang dan – binnenkort worden er honderd over Stadshagen verdeeld.

Wat helpt: kwetsbaar zijn en het samen doen

‘We hebben mensen steeds uitgelegd: dit is innovatief, dus er kan gaandeweg best wat misgaan, maar we hopen op jullie hulp,’ aldus Marcel Broekhaar. ‘Juist doordat we ons kwetsbaar durfden opstellen en aangaven het samen met de bewoners te willen doen, raakten mensen betrokken. We hadden meer deelnemers dan sensoren. En in de loop der tijd is een soort community ontstaan.’

Hoe dát precies in z’n werk gaat, onderzoekt Martijn de Waal, lector civic interaction design aan de Hogeschool van Amsterdam. Hij is medeauteur van boeken als ‘De platformsamenleving’ en ‘De stad als interface’ en vertelde tijdens dit vijfde Smart City-practicum over zijn onderzoek naar collectieve stadsontwikkeling in de netwerksamenleving.

Van een van bovenaf opgezette Smart City was geen sprake in Buiksloterham, de Amsterdamse wijk waarin het onderzoek zich afspeelde, aldus Martijn de Waal. ‘Maar technologie als sociale netwerken en online software stelde mensen wél in staat om als collectief op te treden.

Voor innovatie was ruimte genoeg op dit voormalig industrieterrein. Ooit bestonden er grootse plannen voor, maar de economische crisis van 2008 gooide roet in het eten. Nu zie je er veel particulieren een huis bouwen, maar ook collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) is er populair. ‘Dat betekent: allerlei mensen die samen plannen maken, een visie ontwikkelen en kennis delen’, weet Martijn de Waal. ‘Veelal met professionele begeleiding van designers of architecten.’

Onderzoek naar collectieve initiatieven

Met zijn onderzoek ‘The Hackable city  heeft de lector in kaart gebracht welke processen zich afspelen bij dit soort maatschappelijke initiatieven. Het Zwolse SensHagen valt daar trouwens net zo goed onder, vindt De Waal, want daarbij kruipt de lokale overheid in de rol van community manager of aanjager.

Waar het speelveld zich voorheen beperkte tot het individu en de instituties, slaat het collectief daar nu een brug tussen, aldus de onderzoeker. Het individu heeft baat bij het collectief, dat om zijn onconventionele wensen te realiseren lobbyt om coulance – lees: minder starre regels – bij de instituties. Het collectief voedt zich in eerste instantie met de kennis en kunde van de afzonderlijke leden. Maar als de lobby slaagt, laat het zich net zo goed faciliteren door kennis, kunde en middelen van de instituties.

In dit hele proces valt een aantal dingen op. Zo verzamelen collectieven veel data, vooral om daarmee de instituties te overtuigen van hun zaak. ‘Ze moeten duidelijk maken dat ze niet zomaar een groepje burgers zijn, maar bijdragen aan een grotere opgave’, aldus De Waal. Daarnaast moeten sommige partijen wennen aan hun nieuwe rol. Zoals de overheid, die gewoon is planmatig naar een doel toe te werken en zich niet altijd raad weet met de intuïtieve, organische werkwijze van collectieven. En die zich bovendien afvraagt hoe het zit met de democratische legitimiteit van al die collectieven.

Er valt, kortom, nog genoeg te leren over de Smart City – ook op sociologisch niveau.