Retailcafé regio Deventer: geef je winkel smoel

Een goed imago is fijn, maar authenticiteit brengt je verder. Op de zoveelste saaie winkel zit immers niemand te wachten. En o ja, bouw alsjeblieft mee aan het bedrijf dat de binnenstad in feite is.
Het klonk allemaal heel logisch, tijdens het derde en laatste retailcafé van de Stadsbeweging van voor de zomer, op dinsdag 22 juni 2021. De Sint Lebuïnuskerk vormde die avond het podium voor allerlei mensen met verstand van binnensteden. Van politici via centrummanager en vastgoedeigenaar tot retaildeskundigen: allemaal zijn ze het erover eens dat succes voor de detailhandel te vinden is in eigenheid én samenwerking.
Om met dat eerste te beginnen: sinds het internet zich eerst zelfstandig en vervolgens met behulp van corona tot vanzelfsprekende koopplek ontwikkelde, ziet de detailhandel de eigen toekomst vaak somber in. Maar dat is helemaal niet nodig, meent retaildeskundige Tom Kikkert. In de chaos van dit moment is authentiek ondernemen je redding. Ging het winkeliers vroeger vooral om geld verdienen en het laatste decennium om imago, nu is ‘identiteit’ hun voortstuwende kracht.
Kikkert haalt graag zijn opa aan, kruidenier in Hoogeveen. ‘Toen daar veel Molukse mensen kwamen wonen, ging hij Indonesische kruiden verkopen. Hij wilde dat mensen zich thuis zouden voelen. Dat heeft hem zoveel sympathie opgeleverd, dat mensen het er nu nóg over hebben.’
Identiteit biedt houvast
Identiteit, zegt Kikkert, is een oplossing voor chaos. Door te werken vanuit je eigen identiteit geef je je bedrijf betekenis. Identiteit biedt houvast bij het ondernemen, en dat gaat verder dan de eigen winkel. Want dat je als prijsvechter geen gastheer bij de deur moet zetten en dat je als gespecialiseerde hardloopwinkel een voetanalyse kunt aanbieden, is inmiddels wel bekend. Maar dat je als ‘rebelse’ of ‘duurzame’ ondernemer met een clubje gelijkgestemden – ook van buiten je eigen branche – de wereld kunt veroveren, dat moeten we nog leren.
De handigste manier om dat te doen is eerst nadenken over je eigen rol. Vraag je af wat jouw winkel wil en kan bijdragen aan de binnenstad. En stel jezelf daarna de vraag hoe je daarvoor kunt samenwerken met anderen. Kikkert: ‘Op die manier denk je niet te veel vanuit je eigen belang, maar voorkom je ook dat het collectieve belang het individuele belang gaat overheersen.’ Je voorkomt, met andere woorden, weerstand om samen te werken.
Programmamanager Brigit Gerritse van de Retailagenda herinnert eraan dat mode- en schoenenzaken tijdens de lockdown van 2020 als ‘niet-essentieel’ te boek stonden. ‘Veel winkeliers zijn zich toen gaan afvragen: wanneer word ik gemist? Als je die vraag kunt beantwoorden, geef je jezelf betekenis.’
Er is geen plaats voor saaie winkels
Marcel Evers van INretail noemt het internet. ‘Consumenten kunnen overal spullen kopen. Ze hóeven niet naar jouw winkel. Daarom is het zo belangrijk om betekenis te creëren. Want er komt geen einde aan fysieke winkels, maar wel aan saaie fysieke winkels.’
Overijssels gedeputeerde Monique van Haaf benadrukt dat identiteit iets is dat al in je zit. ‘Zoals het DNA van een binnenstad, dat de provincie via de Stadsbeweging naar voren wil halen. De kleur is al. Je moet ‘m alleen gaan zien.’
Het woord is vervolgens aan Karin Verschoor, directeur van de Saxion School of Commerce & Entrepreneurship. Zij vertelt over de leergang toekomstgericht ondernemen voor ondernemers uit de Deventer binnenstad. Ook bij Saxion gaat het over identiteit en over de manier waarop je van daaruit kunt innoveren. ‘We zien ondernemers niet alleen graag ín de winkel werken, maar ook áán de winkel.’
Pratend over regionale samenwerking wordt al snel duidelijk dat Deventer wat de detailhandel betreft vooral z’n eigen gang gaat. ‘Wij stemmen niets af met Olst en Wijhe’, zegt wethouder Thomas Walder. ‘Als daar een klimhal of een ruitershop komen, vinden wij dat prima. Een ook met steden als Apeldoorn of Zutphen overleggen we niet over het winkelaanbod. Elke stad heeft z’n eigen publiek. We zitten niet in elkaars vaarwater.’
Deventer heeft 500 lokale helden
Deventer, zo zegt centrummanager Peter Brouwer, kan zich dan ook gemakkelijk profileren. ‘Zie je in een stad als Apeldoorn vooral veel filiaalbedrijven, Deventer heeft vijfhonderd lokale helden die de kernwaarden van de stad – eigenwijs, authentiek en vernieuwend – uitdragen. Dat zien en voelen bezoekers. Zij gaan met een heel eigen herinnering naar huis.’
Volgens Monique van Haaf onderscheidt Deventer zich dusdanig van de omliggende kernen, dat de samenwerking heel natuurlijk verloopt. Er hoeven dan ook niet direct afspraken gemaakt te worden over: wat kan bij jou en wat kan bij ons? ‘Wanneer er meer kernen dicht bij elkaar liggen, zoals bijvoorbeeld in de regio Twente, is het juist wel goed het speelveld wat meer met elkaar af te bakenen en spelregels af te spreken. Elk gebied heeft hierin zijn eigen uitdagingen. Samenwerking is ook in die zin altijd maatwerk.’
GroenLinks-statenlid Lucas Brinkhuis noemt één element waaraan alle steden behoefte hebben: meer groen. ‘Daar zie ik een rol weggelegd voor de provincie Overijssel. Groen is goed voor het klimaat, maar zorgt ook voor een mooie uitstraling van de stad, en maakt dat je ergens graag wilt zijn.’
Brigit Gerritse beaamt dat: ‘Als je retail-studenten vraagt hoe ze hun stad over vijf jaar het liefst zien, noemen ze allemaal ‘rust’ en ‘parken’. Ze willen ontmoetingsplekken. Zelf zou ik daar graag de bibliotheek, overheidsgebouwen en het onderwijs aan toevoegen. Want met al die retail was de binnenstad wel erg mono-functioneel.’
Volgens Thomas Walder moet ook de gemeente bijdragen aan versterking van de identiteit van de stad. ‘Dat is best lastig, want geen stad is homogeen. Er zijn diverse gebieden in de binnenstad. Zo nemen we nu in Deventer het Grote Kerkhof onder handen. Dat doen we in samenspraak met binnenstadsondernemers. Van een parkeerplaats verandert het Grote Kerkhof in een verblijfsplein met veel plek voor cultuur en beleving. Het krijgt dus een heel andere sfeer dan de Brink, dat vooral een horecaplein is.’
Haal de juridische rem van nieuwe ideeën
Barend Jan Schrieken, directeur van NV Bergkwartier – als ‘maatschappij tot stadsherstel’ een belangrijk vastgoedeigenaar in Deventer – vindt dat de binnenstad het meest gebaat is bij flexibiliteit. ‘We kunnen wel roepen dat we nieuwe ideeën moeten ontwikkelen, maar in bestemmingsplannen staat vooral beschreven wat we al kennen. Wat mij betreft ontstaat daar meer ruimte. Laten we alleen uitsluiten wat we zeker niet willen, zoals koeien of hoogovens in de binnenstad. Op die manier kunnen prettige, nieuwe milieus ontstaan.’
Schrieken ziet negatieve effecten van de ‘juridische rem’ van bestemmingsplannen. ‘Een vastgoedeigenaar verdient op dit moment het meest aan de woningen boven winkels. Maar hij moet niet onverschillig worden voor wat er in de winkelruimte komt te zitten. Dat is niet goed voor de straat. Geef ontwikkelingen een kans. Als er zzp’ers in lege winkelpanden gaan zitten, komen er op den duur ook een drukker en een koerier bij. Zo ontstaan functies waaraan kennelijk ook behoefte is.’
Volgens Lucas Brinkhuis voegt de binnenstad als publieke ruimte extra waarde toe aan het vastgoed dat er staat. ‘Daarom hebben vastgoedeigenaren de plicht om mee te werken aan een betere stad. We hebben elkaar nodig.’
Hans Bakker van Retail Platform Overijssel wijst erop dat ‘het Deventer vastgoed’ als collectief optreedt, en daarmee een deel van het succes van de binnenstad op zijn conto mag schrijven. ‘Ik zou dat graag in meer steden zien.’
Volgens Peter Brouwer heeft Deventer twee Biz’s heeft, bedrijveninvesteringszones. Daarin zijn vastgoedeigenaren en ondernemers verenigd. Ze betalen mee aan versterking van de binnenstad. Dat doen ze omdat ze weten dat het hen uiteindelijk voordeel oplevert, weet Thomas Walder. En Peter Brouwer besluit: ‘Beschouw Deventer als een bedrijf met zesduizend medewerkers en 300 miljoen euro omzet. Tegen een kleine bijdrage aandeelhouder worden in zo’n bedrijf, daar zeg je toch meteen ‘ja’ tegen?’