Overijssel evalueert crisisarrangementen

Dik 1,6 miljoen euro heeft Overijssel eraan uitgegeven: crisisarrangementen om stads-en dorpscentra te helpen in coronatijd. Nu is het tijd om te onderzoeken of die hulp daadwerkelijk verschil maakte.
Naar goed gebruik van de Stadsbeweging, die de crisisarrangementen namens de provincie Overijssel verdeelde, gebeurt de evaluatie ervan in samenspraak met gemeenten, centrummanagers en andere betrokkenen. Na een nulmeting in juni en juli 2020 zijn vijf centrumgebieden – in Almelo, Deventer, Enschede, Vriezenveen en Wijhe – een half jaar lang intensief gemonitord om het effect van de crisisarrangementen te doorgronden. Het resultaat is in de voorbije weken nog eens doorgesproken met wie er ook maar iets over wilde zeggen. Dat gebeurde in twee online reflectiesessies.
Dat de Stadsbeweging de crisisarrangementen zo grondig evalueert, is vooral omdat ze wil precies weten welke thema’s het belangrijkst zijn om winkelgebieden te helpen, en welke aanpak het best is. Ook wil ze weten of zich nieuwe ontwikkelingen voordoen waarop ze kan inspelen, zeker nu het coronatijdperk – en daarmee de nood in detailhandel en horeca – voorlopig nog niet ten einde lijkt.
Ondernemers worden geholpen én gezien
Niet alleen tijdens de monitor, maar ook tijdens de reflectiesessies was één ding helder: de crisisarrangementen waren meer dan welkom. Zelfs met kleinere bedragen voelden lokale ondernemers zich geholpen, en vooral ook: gezien.
De Stadsbeweging kent al jaren zogeheten stads- en centrumarrangementen, waarmee ze ijvert voor vitale binnensteden en dorpscentra. Het gaat nooit om steun aan individuele ondernemers, maar altijd om acties waarin winkeliers samen optrekken – soms ook met horecaondernemers. In april 2020, aan het begin van de coronacrisis, zijn de reguliere arrangementen omgezet in eenvoudig toegankelijke crisisarrangementen.
Alle Overijsselse gemeenten deden mee
Zwaar getroffen winkeliers en horecaondernemers konden de steun bijvoorbeeld gebruiken om hun straat extra te promoten, om advies te krijgen van centrummanagers, of om ervaring op te doen met verkoop via internet. Vanuit alle 25 Overijsselse gemeenten is een beroep gedaan op de crisisarrangementen.
De arrangementen zijn veel gebruikt om stads- en dorpscentra te profileren, al dan niet online. Er kwamen digitale platforms en er was veel aandacht voor de sfeervolle aankleding van binnensteden en dorpscentra. Ook cadeau-acties deden het goed. Promotiecampagnes waarin lokale ondernemers een gezicht kregen, bijvoorbeeld op grote posters in bushokjes, waren een succes: ‘Consumenten weten dan voor wie ze het doen, lokaal winkelen. Ze helpen een stads- of dorpsgenoot.’
De winst: extra kennis over ondernemerschap
Wat de steun verder opleverde, was een enorme versnelling van de samenwerking tussen lokale ondernemers – een van de doelen van de Stadsbeweging – en van hun online aanwezigheid, met name op sociale media. Ondernemers zijn er inmiddels meer dan voorheen van doordrongen dat ze zich moeten onderscheiden én dat ze, om met Deventer’ centrummanager Peter Brouwer te spreken, ‘een 24-uurs-relatie met hun klanten moeten hebben’. Ze hebben, kortom, meer kennis opgedaan over ondernemerschap.
Aan de reflectiesessies in december 2021 deden behalve Brouwer ook veel andere centrummanagers mee, net als lokale en provinciale politici, beleidsmedewerkers van gemeenten en regio-marketeers. Tijdens de gesprekken werd duidelijk dat de toekomst veel zorgen baart.
Zorgen over een onzekere toekomst
Op de korte termijn vanwege de financiële nood van menig winkelier en horecaondernemer, maar ook op de langere termijn, nu corona de transformatie van binnensteden lijkt te versnellen. Consumenten zijn steeds meer gewend aan online winkelen en zoeken in stads- en dorpscentra vooral gezelligheid en vermaak. Winkeliers moeten daarop inspelen, maar de vraag is of consumenten, en vooral jongeren, na corona de weg naar fysieke winkels nog weten te vinden.
Zorgen zijn er ook over aanpassingen van de detailhandel, als winkeliers – in een toekomst met altijd op de loer liggende corona – mogelijk hun traditioneel hoge omzetten in de wintermaanden kwijtraken. Een nieuwe kopzorg is het gebrek aan personeel. En een blijvende wens: nauwere banden met de vastgoedsector, die immers ook een flink partijtje meeblaast in binnensteden.
Samen krijg je dingen voor elkaar
Feit is dat corona de saamhorigheid tussen ondernemers heeft versterkt. Ze hebben immers met z’n allen een probleem. De hoop is dat die saamhorigheid blijft bestaan, want samenwerking zorgt ervoor dat je dingen sneller voor elkaar krijgt.
De uitkomsten van monitor en reflectiesessies zijn verwerkt in een eindrapport. Ook is er een managementsamenvatting en een praatplaat gemaakt. Deze documenten zijn beschikbaar op aanvraag. Stuur bij interesse een bericht aan Esther Krieger. Daarnaast heeft de Stadsbeweging de vijf centrumgebieden, die intensief zijn gemonitord, nog eens opgezocht. Je kunt hier een videoverslag van Enschede en Vriezenveen (gemeente Twenterand) bekijken.