Meer ‘handjes’ en meer expertise bij gemeentelijke bouwplannen
Tekst: Michiel G.J. Smit
Woningbouwgilde Overijssel
Projectleiders, juristen, planeconomen: aan vrijwel alle disciplines die nodig zijn voor woningbouwprojecten is een tekort bij gemeenten. Het gevolg: vertraging in de woningproductie. Kitty Schoorlemmer zocht voor de provincie Overijssel uit hoe gemeenten in deze situatie het best ondersteund kunnen worden en of een ‘woningbouwgilde’ uitkomst kan bieden, naast de al bestaande initiatieven. Ofwel: extra personeelsinzet én een andere manier van samenwerken om kennis en capaciteit efficiënter in te zetten.
Er komen veel uitdagingen op gemeenten af op het gebied van woningbouw. Voor de Overijsselse regio’s werden Woondeals gesloten, met pittige ambities. Het Rijk heeft bovendien nieuwe beleidsopvattingen die extra werk voor gemeenten met zich meebrengen – denk aan de Wet versterking regie volkshuisvesting en de Kamerbrief Water en bodem sturend. En vooral kleinere gemeenten zaten al krap in het personeel. Door dit alles zitten gemeenten soms met de handen in het haar: te veel werk voor te weinig mensen.
Kitty Schoorlemmer kan erover meepraten. Ze heeft jarenlang als gemeenteambtenaar woningbouwplannen begeleid en is nu als zelfstandige op het gebied van wonen bij diverse gemeenten actief. ‘Ik was bekend met het capaciteitstekort, maar toen ik een rondgang maakte langs een zevental gemeenten om onderzoek naar het Woningbouwgilde te doen, schrok ik toch van de ernst. De tekorten zijn nog groter en op diverse terreinen is niet genoeg kennis en ervaring aanwezig. Er zijn veel personele wisselingen en vooral bij kleinere gemeenten is het lastig om mensen vast te houden.’
Flexpoolregeling en Aanjaagteams
Deze zorgen zijn de provincie niet ontgaan. Er is een flexpoolregeling in het leven geroepen die externe inhuur door gemeenten ondersteunt. Het provinciale Aanjaagteam kan worden ingezet als er knelpunten bij projecten optreden. En ook de Brede Bouwcoalitie, een Overijssels gezelschap van publieke en private partijen in de woningsector, ziet capaciteitsproblemen bij gemeenten als een van de belangrijkste obstakels voor woningbouwversnelling. Het Woningbouwgilde is door de Brede Bouwcoalitie opgepakt als kansrijke innovatie op dit gebied.
Schoorlemmer ziet naast de al bestaande initiatieven meerwaarde voor deze innovatie. Maar wat is een woningbouwgilde eigenlijk? Kitty: ‘Je kunt het vooral zien als een manier om ontbrekende arbeidscapaciteit en kennis rond woningbouwplannen op de goede plek te krijgen, uitgaande van de vragen die bij gemeenten leven. Gemeenten hebben behoefte aan de inzet van extra mensen voor woningbouwprojecten, zoals projectleiders of juristen. Daarnaast zijn er veel praktische vragen die om concrete kennis vragen. Bijvoorbeeld: hoe vraag ik subsidie voor de Woningbouwimpuls aan? Of: hoe kan ik sturen op betaalbare woningbouw?’
Kwantitatief én kwalitatief
Volgens Kitty is er kwantitatieve én kwalitatieve winst te halen in de ambtelijke capaciteit met de aanpak volgens het Woningbouwgilde. Hoe verschillend de vragen ook kunnen zijn. Kitty: ‘Er is bij gemeenten zowel behoefte is aan extra “handjes” als aan specialistische kennis die gemeenten niet altijd in huis hebben. Een “woningbouwgilde”, dat uit professionals bestaat en voor de provincie beschikbaar is, kan zorgen voor directe inzetbaarheid bij gemeenten. Daarnaast is bij kleinere gemeenten vaak ook behoefte aan een klankbord. Bij grotere gemeenten kun je daarvoor al vaak binnen de organisatie terecht. Gemeenten zouden nog vaker samen kunnen optrekken om kennis te delen of om antwoorden te krijgen op vragen die overal leven. Zo is flexwonen voor de meeste gemeenten een nieuw verschijnsel, dus daaromheen zitten allemaal praktische kennisvragen. Alle gemeenten lopen tegen dezelfde vragen aan. Die kun je in één keer samen oppakken.’
Kitty ziet in de (regionaal georganiseerde) Ambtelijke Overleggen Wonen een prima vehikel om te beginnen met het uitwisselen, bundelen en afstemmen van vragen. ‘Het is al een lopend overleg over gemeentelijk woonbeleid, je kunt daarop meeliften. Je moet het wel tot een apart bespreekpunt maken, want er staan veel andere punten op de agenda bij die overleggen. Als je de uitkomsten vervolgens kunt koppelen aan concrete extra inzet, bijvoorbeeld met een pool speciaal voor urgente woningbouwplannen of vragen, dan ben je eigenlijk al een heel eind. En vergeet ook het onderwijs niet: de medewerkers van de toekomst krijgen nu hun opleiding. Als je input geeft op het onderwijsprogramma vanuit de praktijk, heb je straks beter toegerust personeel. De onderwijsinstellingen zelf zijn alvast enthousiast over een dergelijke samenwerking.’
De provincie Overijssel is blij met de uitkomsten van het onderzoek. ‘Het onderzoek bevestigt ons vermoeden dat dit een kansrijk initiatief is en versnellend kan werken voor woningbouwplannen’, stelt Wietse Douwes van de provincie. ‘In combinatie met onder meer het provinciale aanjaagteam en de flexpoolregeling vormt het een mooie basis om verder uit te bouwen, samen met onze partners op de woningmarkt.’