Koester de samenwerking in Overijssel

De timing was op z’n minst bijzonder. Een dag na de nieuwste stikstofuitspraak van de Raad van State kwamen in Rijssen bouwers, beleidsmakers, adviseurs en politici bijeen voor het jaarlijkse netwerkevent Ruimte, Wonen en Retail. Onder het thema ‘Bouwen aan beweging’ spraken een kleine 200 aanwezigen een middag lang over onder andere de Overijsselse woningbouwopgave, gebiedsontwikkeling en binnenstadtransformaties met daarin een belangrijke rol voor retail. Een discussie, die door de politieke actualiteit, extra lading en urgentie kreeg.
De mooi aangeklede theaterzaal van het Parkgebouw in Rijssen was 3 november tot de nok toe gevuld. Een passende locatie om samen de successen van het programma Ruimte, Wonen en Retail te vieren en te debatteren over de opgaven voor de toekomst. Gedeputeerde Monique van Haaf pakte de koe na de opening meteen bij de horens: de streep door de stikstofbouwvrijstelling is voor alle betrokkenen een grote domper. “De opgave om voor 2030 in Overijssel minstens 42.300 woningen te realiseren, is er niet makkelijker op geworden”, vatte ze het sentiment in de zaal samen. Veel Overijsselse woningbouwprojecten liggen immers dichtbij natuurgebieden. Deze en mogelijk ook andere projecten lopen nu mogelijk vertraging op.
Toch weigerde Van Haaf bij de pakken neer te gaan zitten. “We zullen nog meer dan voorheen moeten focussen op innovatie”, luidde haar boodschap. Onder druk wordt immers alles vloeibaar. “Wie weet neemt stikstofvrij bouwen dankzij dit besluit wel een enorme vlucht.”
Verder wilde ze vooral de aandacht vestigen op de succesvolle samenwerking in de verschillende netwerken, en de fantastische resultaten die deze de afgelopen jaren al heeft opgeleverd. “We zijn in Overijssel van nature bescheiden, maar we doen het met z’n allen hartstikke goed. We mogen onze producten best wat meer uitdragen.” Olaf Cornielje, hoofd van de afdeling regie en monitoring van de directie woningbouw van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, bevestigde dat in zijn videoboodschap, waarin hij alle betrokkenen bij De Overijsselse Aanpak feliciteerde met het succes van de aanpak.
Voorspelbaar en besluitvaardig
Tijdens het plenaire gedeelte van de bijeenkomst gingen vier belanghebbenden met elkaar in gesprek: gedeputeerde Monique van Haaf, de Hengelose wethouder Gerard Gerrits, directeur-bestuurder Martijn Rink van woningstichting Vechtdal Wonen en Marieke Mentink, directeur van bouwbedrijf Dura Vermeer. Dat deden ze aan de hand van drie stellingen, waarover de aanwezigen in de zaal met hun telefoon konden stemmen.
Met de eerste stelling, ‘Om snelheid te maken, moeten overheden voorspelbaarder en besluitvaardiger zijn’, was zo goed als iedereen het eens. Martijn Rink benadrukte hoe belangrijk het voor de snelheid is om zo vroeg mogelijk met overheden om tafel te gaan. “Je moet je wensen niet plompverloren bij een gemeente neerleggen, maar samen plannen maken”, zei hij. Marieke Mentink hamerde vooral op duidelijkheid. “We willen gewoon ja of nee horen op de vraag of iets kan.”
Monique van Haaf bekende dat ze destijds als beginnend gedeputeerde ook moeite had te begrijpen waarom sommige processen zo lang moesten duren. “Ik ben altijd kritisch gebleven op ons eigen handelen. Wil je zaken versnellen, dan zijn goede netwerken mijns inziens onmisbaar. Dat bewijst de praktijk keer op keer. Toen we onlangs een realistisch bod voor versnelde woningbouw bij het Rijk moesten neerleggen, hadden we dat rap op orde. Mede dankzij de input die we afgelopen jaren uit de Woonkeuken hebben opgehaald, hadden we goed zicht op de mogelijkheden en onmogelijkheden en konden we snel schakelen.”
Centrale regie
Over de tweede stelling, ‘Zonder centrale regierol gaan we de versnelling van de woningbouwopgave niet realiseren’, was het publiek meer verdeeld. Een kwart was het daar niet mee eens. Gerard Gerrits vermoedde dat dat wellicht kwam, omdat ‘regie’ volgens hem vaak wordt geïnterpreteerd als ‘besluiten over’. Terwijl het in de praktijk veel meer gaat over consistentie en afstemming. “Als wij als gemeente geen regie zouden voeren over het grote project Hart van Zuid in Hengelo, dan krijg je daar ontwikkelingen die je eigenlijk niet wilt. Bijvoorbeeld bouwers die elkaar te veel beconcurreren en daardoor een eenzijdig aanbod bouwen.”
Monique van Haaf beaamde dit. Zij omschreef centrale regie als gezamenlijk een concept ontwikkelen, waarbij één partij de leiding pakt in het proces. Ook Marieke Mentink zag regie als iets positiefs. “Mits de regie alleen over de kaders gaat. Daarbinnen moet de overheid de invulling vooral aan de markt overlaten.” Conclusie: regie op het terrein van grootschalige woningbouw is op hoofdlijnen gewenst, maar moet niet over details gaan.
Krimp en crisis
De derde en laatste stelling luidde: ‘We moeten in onze woningbouwprogramma’s beter anticiperen op behoeftes en ontwikkelingen op lange termijn’. Hiermee was 90 procent van de aanwezigen het eens. De discussie spitste zich toe op het thema krimp. Martijn Rink signaleerde een duidelijke omslag in het denken hierover. “Lange termijnprognoses lieten jarenlang krimp zien voor bepaalde gemeentes in Twente”, zei hij. “De realiteit lijkt echter een andere te zijn. We zien op steeds meer plekken in Twente groei, meestal geleidelijk, soms explosief.” Gerard Gerrits benadrukte dat dat geen reden mag zijn om achterover te gaan leunen. “Het is hoe dan ook belangrijk om na te denken over hoe je het voorzieningenniveau in de regio in stand houdt.”
Marieke Mentink focuste op een ander aspect van krimp, namelijk van de economie en de woningmarkt. “Als gevolg van de economische crisis werden jaren geleden veel bouw- en bestemmingsplannen stilgelegd”, betuigde ze. “Toen de economie weer aantrok, duurde het veel te lang om alles weer op te starten. Nu er weer een mindere tijd aankomt, moeten we niet dezelfde fout maken. Gelukkig heeft de woningbouw deze keer de middelen en de ambitie om door te bouwen. Zodat we, als de markt weer aantrekt, in de startblokken staan.”
Flexibel en wendbaar
Na de paneldiscussie was het de beurt aan trendwatcher en futuroloog Richard van Hooijdonk om zijn licht te laten schijnen over de toekomst van woningbouw, gebiedsontwikkelingen en de samenleving als geheel. In een razend tempo liet hij allerlei trends en voorspellingen de revue passeren, van zelfvoorzienende steden tot quantum computing. Zijn centrale boodschap: de ontwikkelingen volgen elkaar zo snel op, dat je als bedrijf of overheid super flexibel en wendbaar moet zijn. Het tempo proberen bij te benen is niet meer genoeg, je moet anticiperen op wat gaat komen. Die houding zit van nature niet in het DNA van overheden en bouwers. “Maar als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg. Daarmee ga je het niet redden.”
De organisatie van de toekomst is een internationaal ecosysteem, stelde Van Hooijdonk, dat primair bezig is om de onzekere toekomst zo goed mogelijk te managen. Hij daagde de aanwezigen uit daar hun eigen, nieuwe rol in op te eisen. “Alle uitdagingen waar jullie nu voor staan, zijn ergens in de wereld al opgelost. We moeten kortom veel beter gebruikmaken van die beschikbare kennis. Voor het ene thema werk je bijvoorbeeld samen met een professor uit Finland en een start-up uit China. Bij het andere betrek je studenten uit de VS en uitvinders uit India. Zo kun je wereldwijde oplossingen integreren in de Nederlandse bouwkolom.”
Van scholen naar campussen
Die innovatieve manier van werken moet buiten ‘het moederschip’ georganiseerd worden, aldus Van Hooijdonk. “Want nieuwe ideeën slaan stuk in de going concern.” Je hebt dus creatieve ‘cellen’ nodig, naast je staande organisatie, bepleitte hij. In aanvulling daarop riep hij alle aanwezige managers op om liever vandaag dan morgen een 24-jarige op de stoel naast zich te zetten om daar samen mee te gaan besturen. “Zij voelen veel beter aan wat er allemaal op ons af gaat komen.”
Tot slot hield Van Hooijdonk een vurig pleidooi om het onderwijs, dat volgens hem volledig kapot is, anders in te richten. “Kinderen worden nu opgeleid voor banen die straks niet meer bestaan.” De scholen van de toekomst zijn volgens hem campussen, waar studenten, docenten, start-ups en gevestigde bedrijven vanuit nieuwsgierigheid en passie samenwerken. Daarnaast moeten overheid en organisaties veel meer onderwijs ‘in huis’ gaan bieden om zo zelf mensen op te leiden. “Achteroverleunen kan niet meer.”
Netwerkplein met Retailcafé en Woonkeuken
De tweede helft van de middag konden bezoekers naar het Retailcafé, een bijeenkomst van de Woonkeuken bijwonen (hier lees je daar meer over) en bijpraten op het netwerkplein in de foyer van het theater. Daar presenteerden verschillende enthousiaste bouwers en ontwikkelaars diverse innovatieve concepten om duurzaamheid te vergroten, flexibel te bouwen en woningbouw te versnellen. De volgende partners waren op de flexmarkt aanwezig: Buro de Haan, De Brede Bouwcoalitie, De Groot Vroomshoop, FutureBEEing, geWOONhout, Hodes, House2Start, Harwoonie, PFM Footfall Intelligence, Plegt-Vos, Tala en de Vastgoedschakel.
Het animo voor de verschillende activiteiten was groot. Op het netwerkplein was het soms dringen en in de theaterzaal waar de Woonkeuken werd gehouden zaten zelfs mensen op de trap. Zowel tijdens het plenaire gedeelte van de middag als tijdens het Retailcafé en de Woonkeuken klonk veelvuldig de oproep om de bestaande netwerken ook na de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 te blijven koesteren en de succesvolle Overijsselse Aanpak voort te zetten. Die kwam niet alleen van beleidsmakers, maar minstens even vaak van marktpartijen.
“Het was heel waardevol om met oude bekenden en nieuwe gezichten terug te blikken en vooruit te kijken”, besloot gedeputeerde Monique van Haaf. Dat zo goed als alle aanwezigen tot het eind van het event bleven, zei volgens haar genoeg over de inzet en betrokkenheid. “Acht jaar geleden had niemand kunnen denken dat de Stadsbeweging, de Woonkeuken en het Retailcafé zo groot zouden worden. Omdat ze gaandeweg zijn gegroeid, lijken ze inmiddels misschien vanzelfsprekend. Maar De Overijsselse Aanpak is echt bijzonder. Blijf de netwerken dus de aandacht geven die ze verdienen.”
Luister de podcast terug
Tijdens het Retailcafé op het RWR-event op 3 november werd een speciale editie opgenomen van de podcastreeks Met Stad en Ziel. Onder leiding van Lieke Kiekebosch van de Stadsbeweging gingen gedeputeerde Monique van Haaf, retailexpert Tom Kikkert, wethouder van Ommen Leo Bongers en de Hengelose onderneemster Astrid Knoef met elkaar én het publiek in gesprek over het thema ‘De stad is nooit af’. Nieuwsgierig wat zij ze te zeggen hadden? Luister de podcast hier terug.