Kadaster helpt locaties flexwonen in beeld te brengen

In de strijd tegen woningnood helpt het Kadaster Overijsselse gemeenten om mogelijk geschikte locaties voor flexibele woningen te vinden. Vrijwel alle Overijsselse gemeenten maken gebruik van dit aanbod en inmiddels is gestart met de nauwkeurige locatie-scans.
Flexwonen – in tijdelijke woningen, op tijdelijke locaties, of in tijdelijk omgetoverde (bedrijfs)panden – is op dit moment sneller en langer mogelijk via de Crisis- en herstelwet, en straks via de nieuwe Omgevingswet. De belangstelling voor deze vorm van wonen groeit hard door de grote tekorten op de woningmarkt.
Het provinciaal aanjaagteam wonen in Overijssel heeft daarom een serie versnellingskamers over flexibel wonen op touw gezet. Dat gebeurt samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO. Inmiddels is ook het Kadaster betrokken. Als onderdeel van de versnellingskamer helpt het Kadaster om op een objectieve manier mogelijk geschikte locaties voor flexwonen in beeld te brengen. Een mooie kans voor gemeenten in Overijssel voor wie flexwonen een serieuze optie is, de budgettering van de Locatiescan verloopt via de RVO.
De inventarisatie geeft gemeenten inzicht in hun uitgangspositie. Weten ze eenmaal waar ruimte voorhanden is, dan kunnen ze bepalen welke doelgroepen ze waar willen onderbrengen, om hoeveel en wat voor huizen het gaat, hoe lang die nodig zijn en wat er op de lange termijn voor een locatie in het verschiet kan liggen.
Een speciale scan voor flexplekken
Tijdens een extra online inspiratiesessie gaf het Kadaster bij monde van Mirjam Jebbink en Peter Merx een eerste toelichting op zijn locatie-scan. Het instrument is speciaal ontwikkeld om te zoeken naar locaties voor tijdelijke of verplaatsbare woningen. Gemeenten kunnen zelf aangeven welke zoekcriteria voor hun het meest zwaar wegen.
Voor de hand liggende criteria zijn eigendomssituatie, type enkelbestemming, aanwezige infrastructuur en beperkingen vanuit de omgeving – zoals de nabijheid van een spoorlijn of van beschermde natuur. Maar ook de afstand tot voorzieningen of openbaar vervoer speelt een rol bij de vraag of een locatie geschikt is voor flexwonen. Het Kadaster kan bovendien zoeken naar meer dan kale grond: bij voldoende interesse kunnen via leegstandsgegevens ook leegstaande kantoorpanden en bedrijfshallen in beeld gebracht worden.
Ook ‘zachte’ criteria doen mee
Voor gemeenten zijn niet alleen deze harde data van belang. Ze moeten ook rekening houden met de toekomstige bewoners. Voor expats of asielzoekers bouw je immers andere woningen dan voor gescheiden gezinnen of studenten. De vraag is ook hoeveel flexwoningen je op een plek kwijt kunt – of wilt, want er moet in de buurt wel draagvlak voor zijn.
De kadastrale locatie-scan is daarom meer dan een technisch instrument dat feitelijke informatie tevoorschijn tovert. Aan het data-onderzoek zijn gesprekken met gemeenten gekoppeld, waarin ook ‘zachtere’ criteria tegen het licht worden gehouden en er uitgebreid de mogelijkheid wordt geboden om de locaties in de gemeente door te nemen. Het doel is om tot een werkbare lijst van mogelijk geschikte locaties te komen.
De provincie laat er geen gras over groeien
Tussen half maart en eind april volgen werksessies waarin potentiële locaties per gemeente worden beoordeeld op basis van álle gewenste lokale criteria. Hieruit volgt een longlist van mogelijk geschikte locaties input is voor de zogenaamde ‘Versnellingskamers Flexwonen’, workshops die RVO aanbiedt en begeleidt om samen met de gemeente de huisvestingsopgave rondom flexwonen nader te duiden, de verkregen longlist van locaties te verkleinen naar een shortlist en op één of enkele van deze locaties bij wijze van vingeroefening te bepalen wat het woonprogramma zou kunnen zijn, welke aandachtspunten spelen en hoe deze het beste getackeld kunnen worden.
Meer informatie over flexwonen vind je op aanjaagteamwoningbouwoverijssel.nl. Heb je vragen? Mail dan naar aanjaagteam@overijssel.nl.
Foto: De Groot Vroomshoop Bouwsystemen