Flexwonen is hot, maar hoe pak je het aan?

Flexibel wonen lijkt een belangrijke bijdrage te leveren aan de oplossing voor een heleboel problemen. De vraag is dus: hoe organiseer je het? Overijssel helpt gemeenten op weg – met Twenterand als voorbeeld.
De online inspiratiesessie over flexibel wonen op 2 december 2021 deed zijn naam eer aan: met talrijke voorbeelden uit heel Nederland lieten de provincie Overijssel en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zien dat als het om flexibel wonen gaat, er veel meer kansen – en verschijningsvormen – zijn dan je aanvankelijk zou denken. Van tijdelijke studio’s via omgetoverde kantoren tot tiny houses en alles wat daar tussen zit. Van locaties midden in de stad tot plekken op een industrieterrein. Van sociale huur tot particulier eigendom.
Met flexwonen, zoals het inmiddels afgekort heet, kun je dus alle kanten op. ‘De rode draad door al deze woonvormen is dat ze tijdelijk zijn’, weet RVO-adviseur flexwonen Annelies van der Nagel. ‘Ofwel doordat de woningen zelf tijdelijk zijn, ofwel doordat de locatie tijdelijk is, ofwel doordat er alleen tijdelijke huurcontracten worden afgesloten.’ Samen met Jeroen Hatenboer, lid van het Expertteam Woningbouw van RVO, gaf Annelies van der Nagel de deelnemers aan de inspiratiesessie talloze tips om met flexwonen aan de slag te gaan.
Handig: een routekaart met alle stappen
Een belangrijk handvat voor gemeenten is de routekaart die RVO ontwikkelde. Die leidt je op een logische manier langs alle noodzakelijke stappen om flexwoningen te realiseren. Om te beginnen is daar de vraag: waarom wil je het eigenlijk?
Als concreet voorbeeld diende de gemeente Twenterand, die aan de inspiratiesessie meedeed om informatie op te doen over de realisatie van flexwoningen voor bijvoorbeeld arbeidsmigranten en andere mensen die dringend onderdak nodig hebben.
Flexwonen kan op verschillende manieren een interessante aanvulling zijn op de reguliere woningmarkt. Het is bijvoorbeeld een manier om snel iets aan de prangende woningnood te doen. Maar flexwonen biedt ook kansen om woningen toe te voegen aan de bestaande voorraad zonder dat het ten koste gaat van reguliere nieuwbouwplannen. Het kan zelfs een aanjager zijn van nieuwe gebiedsontwikkelingen. Voor de provincie Overijssel reden om gemeenten concreet te ondersteunen via een speciaal Aanjaagteam Flexwonen. RVO biedt hulp via een zogeheten Versnellingskamer Flexwonen of via het Expertteam Woningbouw.
Redenen genoeg voor flexwonen
Flexwonen is ook handig om fluctuerende doelgroepen uit de brand te helpen: pas gescheiden mensen en andere ‘spoedzoekers’, asielzoekers en statushouders, expats en arbeidsmigranten, ouderen en jongeren, en zelfs starters op de woningmarkt. In krimpgebieden voorkom je met flexwonen dat je bouwt voor leegstand. Elders stimuleer je er doorstroming mee – een must voor een gezonde woningmarkt. Op weer andere plekken jaag je er gewenste permanente woningbouw mee aan.
Een belangrijke boodschap tijdens de inspiratiesessie was dat er een logische match moet zijn tussen doelgroep en locatie. Bepaal eerst voor wie je het doet, en zoek dan een passende plek. In die afweging spelen bijvoorbeeld de termijn van beschikbaarheid, de ruimtelijke capaciteit en bereikbaarheid een rol, maar ook draagvlak in de buurt. Want hoewel niet terecht, wordt flexwonen vaak geassocieerd met ‘probleemgevallen’. Op de RVO-routekaart is communicatie dan ook een belangrijk onderdeel op de weg naar realisatie van flexwoningen.
Voorkom weerstand in de omgeving
‘Het maakt trouwens wel wat uit hoe flexwoningen eruit zien’, meent Annelies van der Nagel. ‘Een project met moderne flexwoningen op een braakliggend veld in ‘s-Hertogenbosch is door de buurt heel positief ontvangen. Sommige mensen vinden de flexwoningen zelfs mooier dan de flats die eromheen staan.’
Om flexwoningen te realiseren, mag onder voorwaarden van bestaande bestemmingsplannen worden afgeweken. Onder de Crisis- en herstelwet is dat zelfs voor langere tijd mogelijk; de nieuwe tijdelijke woonbuurt Buurtschap Te Veld in Eindhoven kreeg vergunning voor dertig jaar. Langere termijnen vergroten de financiële haalbaarheid van flexprojecten.
Samenwerken betekent winst
RVO adviseert met klem om binnen provincie of regio de samenwerking op te zoeken. ‘Flexwonen is voor veel gemeenten nieuw’, aldus Jeroen Hatenboer. ‘Zoek elkaar dus op en deel je kennis. Maar ook: ruil potentiële locaties uit. Want flexwoningen neerzetten voor tien tot vijftien jaar is financieel nauwelijks haalbaar. Zorg daarom voor opvolglocaties in de regio.’
Beeld: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland